STRAKS!
Als Rex thuis komt ziet z’n moeder meteen dat hij overstuur is. Ze maakt
wat zoethoutthee en gaat aan de keukentafel zitten. “Kom eens even bij me
zitten Rex en vertel eens wat er is gebeurd. Je kijkt verdrietig en dat maakt
me nieuwsgierig.” Rex gaat meteen zitten. Hij is een gevoelige en ook wat
gesloten jongen en hij vindt het fijn dat z’n moeder altijd meteen in de gaten
heeft wanneer hij zich ojee in plaats van oké voelt. Hij begint te vertellen...
Rex speelt graag met Velo en zo ook vandaag. Deze keer gaan ze naar het
huis van Velo. Velo woont vlak bij school dus ze zijn er snel. De moeder van
Velo wacht ze op met wat drinken en een lekker koekje waar de jongens meteen
van smullen. Daarna gaan ze naar buiten en beginnen aan de hut die ze op school
samen al hadden bedacht. Ze sjouwen met planken, palen, dekens, zeil. Er wordt
hard gewerkt om van hun bedachte idee een mooie werkelijkheid te maken.
Van al dat sjouwen krijgt Rex enorme dorst. “Velo, ik heb dorst”, zegt
hij. “Oh.. ik niet”, antwoord Velo en werkt hard verder. Hmm... denkt Rex...
wat nu? Weet je wat ik loop naar binnen en vraag netjes aan de moeder van Velo
of ik wat drinken mag. Zo gezegd zo gedaan. Margriet, zo heet de moeder van
Velo, antwoord vriendelijk: “nu nog niet Rex... dat doen we straks”. Straks...
dat woord hoort Rex wel vaker. Wel een lastig begrip ‘straks’... wanneer is
straks? Geen idee. Rex haalt z’n schouders op en loopt weer naar buiten. Hij en
Velo spelen weer gezellig verder tot Rex de dorst in zijn mond weer voelt. Zou
het al straks zijn? Vraagt hij zichzelf af in zijn hoofd. Hij loopt weer naar
binnen naar de moeder van Velo en vraagt weer of hij wat drinken mag. “Nu nog
niet Rex... dat doen we straks zei ik toch!” Deze keer klonk het wat minder
vriendelijk. Rex raakt ervan in de war en gaat weer snel naar z’n vriend
buiten. Terwijl hij verder speelt wordt het dorstige gevoel in zijn mond steeds
sterker. Na weer een tijdje gespeeld te hebben loopt Rex weer naar binnen en
vraagt opnieuw aan de moeder van Velo of hij wat drinken mag. Nu antwoord ze
heel kortaf: “straks Rex!”.
Nog steeds niet wetende wanneer dat is loopt Rex weer dorstig naar
buiten naar Velo die nog druk aan het bouwen is en niet eens heeft gemerkt dat
Rex even weg was. Rex voelt zich helemaal niet fijn... hij is in de war EN
heeft erge dorst. Het lijkt wel of hij nergens anders meer aan kan denken. Als
hij nu weet wanneer straks is dan weet hij hoe lang hij nog moet wachten
voordat hij wat te drinken krijgt. Spelen met z’n vriend terwijl hij eigenlijk
vooral denkt aan de dorst die hij heeft... dat vind Rex toch wel erg lastig.
Velo heeft een leuk idee om hun hut nog leuker en spannender te maken en
vertelt dit aan Rex. Rex hoort eigenlijk niet zo goed wat Velo allemaal
vertelt. Hij vraagt zich nog steeds af wanneer het nu straks is en hij wat
drinken krijgt. Het houdt hem zo bezig dat hij het moeilijk vind om er niet aan
te denken. “HÉ... LUISTER JE WEL NAAR ME!!” roept Velo ineens. Rex schrikt
enorm. Wat gebeurt er nu... is Velo boos op ‘m?... wat doet hij toch
verkeerd... waarom wordt iedereen boos op ‘m?
Rex durft niets te zeggen... hij is bang en raakt meer en meer in de
war. Rex kijkt geschrokken en Velo kijkt boos. Het lijkt wel of Rex
vastgevroren staat. Dan hoort hij de klok van de kerktoren 5 uur slaan. Tijd om
naar huis te gaan. “Dag Velo... ik moet gaan... bedankt” zegt hij nog zacht
tegen z’n vriend en hij gaat naar huis.
“Zo Rex... nu begrijp ik wat maakt dat je zo verdrietig kijkt” zegt Zia,
de moeder van Rex. “Wat is het toch lastig als mensen het woord ‘straks’
gebruiken hè?” “Ja” antwoord Rex terwijl hij een zucht van opluchting slaakt.
Heerlijk hoe z’n moeder hem begrijpt. Daar wordt hij meteen rustiger van.
“Denk je dat de moeder van Velo ook begrijpt dat je van haar antwoord in
de war raakte?” vraagt Zia aan haar zoon. “Dat weet ik niet” antwoord hij. “Heb
je haar verteld hoe je je voelde?” Rex denkt even na en zegt: “nee, eigenlijk
niet”. “Weet je” zegt Zia, “als iemand iets
zegt of doet waarvan je in de war raakt mag je dat altijd aan ze vertellen en
vragen of ze het aan je uit willen leggen”. Wat een goed idee denkt Rex. Dat ga ik onthouden! Hij geeft z’n moeder
een dikke knuffel en er verschijnt een mooie glimlach op z’n gezicht en hij
roept enthousiast: “Ik ga meteen Velo bellen en vragen of hij morgen weer af
wil spreken zodat we onze mooie hut af kunnen maken.”
Gerty Hakkens-Hoefnagels© april 2012 www.kijkmetgerty.nl