donderdag 28 oktober 2010

Kitty's verhaal over de apen die leerden te delen



Droomreis naar de dierentuin


Ga lekker op je stoel zitten. 
Zorg dat je met je voeten op de grond komt en je rug kan uitrusten tegen de leuning. Maak je rug maar even lang en voel dat je rechtop zit.
Ga met je gedachten naar je voeten. Je merkt dat waar je gedachten zijn, ook je aandacht is. Dat wordt gemakkelijker als je ogen dicht zijn.
Doe je ogen maar dicht. Ga met je aandacht naar je voeten. En voel je voeten. Voel waar ze de grond raken. Voel je onder al je tenen de vloer?
Ga ze allemaal maar eens langs. Begin maar bij je grote teen. Dan de teen ernaast. Ga zo maar even verder tot je al je tenen hebt gevoeld. Hoe zit het met de buitenkant van je voet? Voel je dat je voet overal aan de buitenkant de grond raakt? Voel je de binnenkant van je voet? Je hielen?
De onderkant van je voet raakt overal de vloer. Je voeten raken nu overal de vloer.

Ga dan met je gedachten langs de achterkant van je benen omhoog.  Reis met je aandacht en gevoel door je lijf naar de achterkant. 
Voel waar je kuiten zitten. 
Word je sterk bewust van je achterkant, voel de achterkant van je lijf helemaal. 
Voel je billen op de stoel. 
Vanuit je stuit laat je een stuk touw met daaraan een anker,  door de grond zakken. Het anker gaat diep naar beneden, helemaal tot in het midden van de aarde. Ga met je aandacht naar je adem. 
Voel eens waar je adem naar toe gaat als je inademt?
Kun je als je ademt, je adem nog iets dieper naar je buik sturen? Probeer het maar eens rustig in je eigen tempo. Adem in en adem uit…….in………………en uit…………

Nu je zo rustig zit, gaan we een droomreis maken naar de dierentuin.
Het is lekker weer, de zon schijnt heerlijk over je heen. We komen bij een poort met een grote deur, wat zal achter die deur zitten? Je maakt de deur open en wat zie je………….. Allemaal dieren, het is een dierentuin. Je ziet de olifanten en de giraffen en zelfs een grote leeuw. De dieren zitten lekker in het zonnetje zich te wassen en de jonge beesten zijn aan het spelen. Oh……..wat zie je daar, het zijn oranje -rosé vogels. Je wilt graag weten hoe ze heten. Je ziet daar in de verte een oppasser, je gaat naar hem toe en vraagt hem, wat zijn dat voor een vogels? Dat………dat zijn flamingos, als je goed kijkt dan zie je ze allemaal dansen in de zon. Die flamingos hebben het erg naar hun zin, ze lachen en zingen en dansen. De oppasser vraagt aan je heb jij zin om de apen te voeren? Nou dat wil je wel. Je gaat met de oppasser mee naar het nachtvertrek van de apen, daar is de keuken. Je snijdt fruit, groente, er komen nog noten in de pan, het ziet er erg lekker uit. Als twee pannen vol zitten met eten, dan neem jij een pan mee en de oppasser neemt een pan mee. Jullie gaan naar de eerste kooi, de apen weten het al, ze krijgen eten. Ze gaan op een stoel zitten aan een ronde tafel, De pan met eten wordt in het midden gezet, de oppasser vraagt aan jou, of je de lepels wilt uitdelen. Wat een rare lepel zeg, er zit een hele lange steel aan de lepel. Je geeft iedere aap een lepel, zo kunnen alle apen bij de pan met eten. 

Zo, zegt de oppasser, we gaan nu naar de andere apen. Bij de tweede kooi, staat ook een ronde tafel met daaromheen stoelen, de apen gaan allemaal netjes op een stoel zitten. De oppasser zet de pan met eten in het midden van de tafel. Hij vraagt of jij de lepels wilt uitdelen. Ook hier zijn van die rare lepels met van die lange stelen, maar je geeft iedere aap een lepel. Samen ga jij met de oppasser genieten van de zon op het bankje voor de kooien. Na een poosje staat de oppasser op en zegt, laten we de boel maar eens gaan opruimen. 
Samen lopen jullie naar de eerste kooi, wat is dat nou…………….de pan met eten staat nog even vol met eten op de tafel. Jij vraagt aan een aap, waarom hebben jullie niet gegeten? De oudste aap, zegt : “Heb jij gezien, waar wij mee moeten eten, die stelen van de lepels zijn langer dan onze armen, we krijgen zo geen eten naar binnen. Kom zeg de oppasser, laten we naar die andere kooi gaan. Bij de tweede kooi is er een lawaai van jewelste, je hoort de apen zingen en lachen en ze zijn met zn allen aan het spelen. Je ziet dat de pan met eten helemaal op is. 
Je vraagt aan de oudste aap, “Hoe kan dat nou, jullie hebben alles opgegeten. 
Hoe hebben jullie dat gedaan?"
"Oh, zegt de oude aap, wij zijn tegenover elkaar gaan zitten, en als ik een schep eten uit de pan haal, dan kan ik de aap tegenover mij voeren. En dezelfde aap geeft mij eten uit zijn lepel. En dat hebben we zo allemaal gedaan"

De oppasser ruimt de rommel op en jullie gaan samen naar buiten. Nu is het tijd om afscheid te nemen en, vol herinneringen aan je avontuur, terug te gaan door de deur. Ik tel zo meteen tot tien. Bij zes begin je mee te tellen en bij tien doe je je ogen open. Je bent dan klaarwakker. Een……..twee…………drie……..vier.
vijf………..zes………zeven………acht……….negen…………tien.



Kitty van Lunzen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten